SV | Dies zal Israel hovaardij in zijn aangezicht getuigen; en Israel en Efraim zullen vallen door hun ongerechtigheid; ook zal Juda met hen vallen. |
WLC | וְעָנָ֥ה גְאֹֽון־יִשְׂרָאֵ֖ל בְּפָנָ֑יו וְיִשְׂרָאֵ֣ל וְאֶפְרַ֗יִם יִכָּֽשְׁלוּ֙ בַּעֲוֹנָ֔ם כָּשַׁ֥ל גַּם־יְהוּדָ֖ה עִמָּֽם׃ |
Trans. | wə‘ānâ ḡə’wōn-yiśərā’ēl bəfānāyw wəyiśərā’ēl wə’efərayim yikāšəlû ba‘ăwōnām kāšal gam-yəhûḏâ ‘immām: |
Dies zal Israël hovaardij in zijn aangezicht getuigen; en Israël en Efraim zullen vallen door hun ongerechtigheid; ook zal Juda met hen vallen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Dies zal Israel hovaardij in zijn aangezicht getuigen; en Israel en Efraim zullen vallen door hun ongerechtigheid; ook zal Juda met hen vallen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!